Ik ving een flard van het nieuws op. Er werd gesproken over een rechtszaak. Een arts had een inmiddels overleden patiënt ‘valse hoop’ gegeven. Ik vroeg mij af hoe je zoiets doet en zag onmiddellijk een man in witte jas met een enorme hoop met hoop voor zich. Een schep in de hand waarmee hij grote hopen hoop opschepte en deze aan een zieke medemens gaf. Die het dankbaar ontving, armen vol tegelijk. Hoop! Wie wil dat nu niet! Dank u wel dokter!
Maar in dit verhaal ging het vervolgens ‘mis’ (wat in mijn wereld niet bestaat, maar dat even terzijde). De patiënt ging dood. De behandeling die hem door de dokter geadviseerd was werkte niet zoals gewenst. En daar stond de achterblijvende familie dan. Met een hoop hoop die bij nadere inspectie dus vals bleek te zijn. Ze werden vervolgens enorm boos. Want hoe durfde die arts deze valse hoop uit te delen! Sue the bastard!
Een interessant gegeven. Want waar bestond die al dan niet valse hoop nu eigenlijk uit? Ik kan niets anders ontdekken dan gedachten. ‘Misschien word ik beter!’ of ‘deze behandeling zou wel eens mijn redding kunnen zijn!’ Gedachten die geloofd werden door de patiënt en zijn familie en die achteraf niet waar bleken. Zoals veel gedachten uiteraard. Die creëren namelijk ‘alleen maar’ een gevoel/ ervaring. Een tijdelijke realiteit voor het individu, geen waarheid. En de vraag is: kunnen we anderen wel verantwoordelijk kunnen stellen voor het aanreiken van gedachten, hoopvol of niet?
Dat is alleen logisch als we niet begrijpen hoe onze ervaring van binnenuit wordt gecreëerd en dat het leven zelf niet zo’n boodschap heeft aan onze persoonlijke wensen, hoop op bepaalde uitkomsten en sturingsdrang.
Ik hoop dat met dit stukje weer meer helderheid ontstaat, maar ik heb niet de illusie dat ik dat bij jou kan bewerkstelligen :-). Als dat kon ging ik wel van deur tot deur en gaf ik iedereen een portie (valse?) vrolijkheid!