‘Just be yourself’ lees ik en het klinkt als een mooi en goed advies. Iets in de geest van: je niet anders voordoen dan je bent. Niet beter, niet zekerder, niet bescheidener, niet liever, niet mooier, niet sterker dan je in werkelijkheid bent. Ook je zwakke of donkere kanten durven tonen. Open communiceren over wat er zich van binnen afspeelt. Zoiets.
Maar toen ik even een stapje terug deed, uit de ‘normale’ gedachtepatronen van deze wereld, zag ik iets anders. Ik vroeg mij af wie er nu precies bedoeld werd met ‘jezelf’. Wie ben je dan? In het dagelijks leven beschrijven we onszelf meestal door onze karaktereigenschappen te benoemen. We hebben een idee over onze persoonlijkheid en hoe die gevormd is door het verleden, door onze opvoeding en omstandigheden, misschien. ‘Ik ben altijd heel optimistisch en spontaan’ of ‘Ik ben erg verlegen en vaak onzeker,’ zeggen we. Geloven we. Gebaseerd op onze eigen verhalen over oude ervaringen hebben we vastgesteld wie we zijn. We hebben er een ‘ego’ mee opgebouwd, als je het zo wilt noemen. Maar is dat ‘onszelf’? Is dat dan wie we altijd moeten zijn volgens het advies?
Of zou er achter die verhalen en concepten iets anders zitten? Een oneindige ruimte waarin jij verschijnt als ervaring in het huidige moment. Puur en rauw en zonder verhaal. Veranderlijk en altijd nieuw en fris. Misschien kunnen we de ‘jezelf’ uit het advies halen. ‘Just be’ wordt het dan en het mooie is: je kunt niet anders. Je bent al. Weer een opdracht minder om uit te voeren. Weer een wegvallen van de noodzaak om in de gaten te houden of je het wel goed doet allemaal (ben ik wel mezelf?). Weer een advies minder om op te volgen. Weer een concept minder om over na te denken. Makkelijk.