Misschien heb je het wel eens gezien: een kind in een tuigje met een riempje eraan. Een beetje zoals een hond. Vaak zijn het jonge kinderen, peuters of kleuters met veel energie die ervan weerhouden moeten worden weg te rennen bij papa of mama.
Ook toen ik een tijdje terug in Noorwegen was en de Preekstoel beklom, kwam ik een vader tegen die zijn zoontje in een tuigje had gehesen. Een heel sportief uitziend tuigje in een stoere legergroene kleur. Helemaal geschikt voor bergbeklimmen.
Hier ging het schijnbaar niet zozeer om het feit dat het jochie teveel energie had en dus misschien weg zou rennen, maar meer om het feit dat het veiliger voor hem was om niet los te lopen. Als hij aan de lijn zat, kon hij namelijk niet in een afgrond terecht komen of van de berg rollen. Even voor de context: de Preekstoel is een 600 meter hoge klif waar je pas bij komt na zo’n twee uur steil een berg beklommen te hebben over een pad dat voornamelijk uit losse rotsen bestaat.
Best legitiem, toch?
Natúúrlijk wil je niet dat je kind van een enorme rotspartij valt en gewond raakt. Wat ik nu ga zeggen moet dan ook zeker niet opgevat worden als het belachelijk maken van bezorgde ouders of mensen die hun kinderen in een tuigje hijsen. Het gaat echt alleen om het achterliggende principe.
Het jongetje zelf vond er niks aan. Hard huilend strompelde hij achter zijn vader aan, terwijl andere kinderen het duo vrolijk voorbij huppelden.
Het is een extensie van iets dat me al vaker opgevallen is: veel ouders hebben een sterke controledrift als het om hun kinderen gaat. Je kleuter mag niet beslissen wat ze aantrekt (omdat ze geheid een belachelijke combinatie kiest en ze wel naar de verjaardag van oma moet). Je kroost krijgt geen zakgeld tot ze hun kamer hebben opgeruimd (anders blijft die ellendige troep vast voor eeuwig liggen en dat is een probleem). Je wordt boos als je tiener zijn telefoon niet opneemt (wat als er iets was gebeurd?!). Of je hebt een sterke mening over de studiekeuze of over dat tussenjaar dat toch wel erg op een tussen-decennium begint te lijken (en het kind in kwestie dus zijn of haar toekomst vergooit).
Allemaal situaties waar ouders op de bres springen om het leven van hun kinderen op de rit te houden. Heel onschuldig worden er ook hier lijntjes aan kinderen gebonden. Onzichtbare lijntjes van afspraken, regels en verwachtingen. En net als het jongetje op de berg, vinden ook kinderen op zeeniveau het helemaal niet fijn om aangelijnd te worden.
Het is natuurlijk liefdevol bedoeld, maar het resultaat is met name veel wrijving binnen het gezin en stress voor de ouders. Controle willen hebben over een outfit betekent namelijk ’s ochtends ruziën over de felgekleurde maillot of de tutu die je dochter eigenlijk aan wil trekken. Controle hebben over opruimen resulteert erin dat je wekelijks je bloeddruk doet pieken als je ook maar langs de deur van de kamer van je kind loopt. Zorgen over alles wat de tiener aan het doen kan zijn leiden ertoe dat je pas kunt slapen als je de trap hoort kraken. En ga zo maar door.
Wat nou als het makkelijker kon?
Wat nou als je kind alle wijsheid al in zich heeft die het ooit nodig zal hebben? En zodoende altijd op zijn of haar pootjes terecht komt.
Wat nou als je niet hoefde te weten wat het beste is voor je kind? Maar er in plaats daarvan op kon vertrouwen dat wat er ook gebeurd, is wat er moest zijn?
Hoeveel rust zou dat geven? Hoeveel energie zou dat besparen? Ik heb een stiekem vermoeden dat het ’t leven van menigeen ouder (en kind!) rustiger en fijner zou maken. En volgens mij is dat wat iedere ouder uiteindelijk wil voor hun kids. 🙂