To share or not to share?
We lijken als mensen een ingebouwde behoefte te hebben om dingen met elkaar te delen. Verhalen uit te wisselen, foto’s te laten zien van waar we waren en samen op stap te gaan om “ohhhh!” en “ahhh!!” tegen elkaar te kunnen zeggen.
Die deeldrang heb ik tot voor kort altijd gezien als natuurlijk, logisch en menselijk. Ik deed het immers al zolang ik me kan herinneren. Lang voor er Social Media en WhatsApp bestonden om elkaar voortdurend op de hoogte te houden, belden mijn beste vriendin en ik elkaar elke dag minstens een uur om onze wederwaardigheden van die dag te bespreken. Tot in detail. Met feitjes van die dag en mijmeringen over hoe het ook zou kunnen, eigenlijk zou moeten of wellicht zou worden in de toekomst. En dat allemaal na- of voordat ik mijn verhaal ook al gedaan had aan de partner van dat moment.
Op zich niks mis mee – alleen kan die deeldrang zo afleiden van leven in het hier en nu. Zijn waar je op dat moment bent. Ervaren wat er op dat moment te ervaren is en de levensenergie door je heen voelen stromen in plaats van hem als een foto te willen vastleggen voor later (en daarmee de doorstroom te blokkeren). Zijn zonder erover na te denken hoe je hier straks over kan vertellen aan wie.
Ik vermoed dat als je ‘lijdt’ aan deeldrang, het bezig zijn met wat, wanneer, hoe en met wie te delen aanzienlijk meer energie opslurpt dan we in de gaten hebben. Omdat het als een soort achtergrondmuziek voortdurend aan staat en elektriciteit verbruikt, zelfs als we de muziek niet eens horen omdat we er zo aan gewend zijn.
Mijn persoonlijke deeldrang (en ik ben heel benieuwd of het herkenbaar voor je is) lijkt bovendien niet gestoeld op gewoon ‘gezellig’ of ‘leuk’ maar op een subtiel onderstroompje van gedachten c.q. overtuigingen. Wat die gedachten of overtuigingen precies zijn weet ik niet. En het is ook niet belangrijk om dat exact te weten. Het zit ergens in de richting van legitimatie van mijn bestaan, vermoed ik. Het verhaal ‘Linda’ extra vorm geven, échter maken.
Alsof ik zou verdwijnen als ik niets deel.
Alsof mijn ervaring er niet toe doet als hij geen weerklank vindt in de buitenwereld.
Ik vind het een spannend experiment om eens een tijdje op een deel-dieet te gaan. De ervaring te zijn in plaats van hem te delen. En te ondervinden of dat inderdaad een heel denkspoor – en daarmee energie – vrij geeft. Want ik weet inmiddels dat het altijd makkelijker kan. 😉
PS: maak van de term ‘deeldrang’ alsjeblieft geen concept. Ik heb dit woord bedacht als metafoor om in een bepaalde richting te wijzen. Niet om je aan een nieuw probleem te helpen wat je zou moeten oplossen! 🙂