Een vriend uit Drachten attendeerde mij een tijdje geleden op het bestaan van een regelvrije rotonde in die stad. Alle borden, verkeerslichten, zebrastrepen, tekens en voorsorteervakken zijn er verwijderd. Wat overbleef, noemen ze ‘shared space’. In eerste instantie lijkt dat een nachtmerrie voor regelgrage ambtenaren, punctuele wetshandhavers en ouders wiens (jonge) kinderen aan het verkeer deelnemen. Is het nog wel veilig om over te steken daar? Is dit niet een vrijbrief voor asociale wegpiraten om de rest te overheersen of te overrijden? Gaat het wel goed zonder (overheids)inmenging?
Als je goed luistert, zijn dit allemaal angstige uitgangspunten en gedachten die waarschijnlijk, door degenen die ze ventileren, gezien worden als enorm realistisch. Logisch.
Het mooie is dat er juist veel minder ongelukken gebeuren op deze rotonde. Er is ook daarbij nog eens een veel soepeler doorstroming van het verkeer. Overstekende voetgangers en fietsers zoeken oogcontact met de automobilisten (en andersom) bij het betreden van de rotonde. Daar moet je rustig voor rijden als bestuurder en even voor stilstaan als voetganger. Hoe mooi. In plaats van blind te vertrouwen op de regels wordt er dus (terecht) uitgegaan van de bereidheid om je eigen wijsheid te gebruiken. Van hoffelijkheid en flexibiliteit. Een uitgangspunt wat ik liefdevol zou willen noemen.
Ik vond het een mooi voorbeeld voor het leven in het algemeen en opvoeden in het bijzonder. Zonder het opleggen van al te veel of strakke regels en dito handhaving kan er als vanzelf een dialoog ontstaan. (Oog)contact met elkaar gezocht worden zoals in het verkeer. Even vertragen of stilstaan voordat er actie wordt ondernomen door ouders en kinderen. Met als resultaat een soepel bewegen en doorstromen. Gebruikmakend van ieders eigen wijsheid en hoffelijkheid in de ‘shared space’ die de wereld is.