De meeste mensen die ik ken hebben de gewoonte om regelmatig te douchen. In de zomer, zeker deze, met alle warmte tot nu toe, is het heerlijk om je op te frissen. Ook in de winter als het guur en koud is; hoe fijn is het dan om onder die warme stralen te staan. ’s Avonds laat je het stof en het zweet van de dag wegspoelen. ’s Ochtends verdwijnt de slaap uit je ogen door het verkwikkende water. Soms heb je misschien geen zin in het hele ritueel en moet je jezelf ertoe dwingen. Sleep je je naar de badkamer voor die douchebeurt. Maar ik wed dat je, als je eenmaal onder de douche staat, er van geniet. Of, als je al douchend erg bezig bent met een hoofd vol gedachten en niet bewust geniet, dat je in ieder geval het resultaat van een schoon lijf waardeert. We zouden het douchen een goede gewoonte kunnen noemen. Al is dat een beetje arbitrair, maar geen enkele metafoor is perfect.
Toen ik laatst naar iemand luisterde die, net als velen van ons, de neiging had om oude stressgedachten bij zich te houden die al duizenden keren waren gedacht, fantaseerde ik dat een frisse gedachtedouche of -duik best lekker voor haar zou zijn. Want net zoals een opeenstapeling van stof en zweet op ons lichaam de poriën verstopt zodat de huid begint te stinken, zorgen die stressvolle gedachten voor een ‘verstopte’ geest en een onprettig gevoel in het lijf.
Het kwijtraken van stress is eigenlijk nog eenvoudiger dan het afwerken van een doucheritueel. Je hoeft er nergens voor naartoe en het kan op elk moment van de dag. Kijken naar de bron van alle gedachten en gevoelens in plaats van naar het resultaat (stress); kijken naar de rust en helderheid daarachter, is de sleutel. Dat zet als vanzelf een douche van frisse (gedachte-) energie aan. Lekker makkelijk en ontspannend.
Neem eens wat vaker een frisse gedachtedouche in plaats van je te blijven wentelen in die oude stress (stof en zweet), zou ik zeggen.