Taal is iets fascinerends. We hebben allemaal dezelfde 26 tekens tot onze beschikking om woorden en zinnen van te vormen. Toch gebruiken we die letters allemaal op onze eigen manier. Een manier die logisch lijkt, gegeven ons bewustzijn en gedachten van het moment. Een manier waar we helemaal vrij in zijn. Je kunt van een t, k en u net zo makkelijk een scheldwoord als een hazenslaapje maken. Je kunt met een r, een o, een d en een l evengoed een stinkend uitwerpsel als een Engelse term voor een heer of de Heer vormen :-). Het maakt die letters niets uit. Hetzelfde principe geldt voor gedachten. Die ‘gebruiken’ we ook allemaal op onze eigen manier. Je kunt uit de oneindige potentie tot denken de verhalen vormen die je wilt. Dat maakt de kracht van het Denken niets uit.
Op de meeste mobiele telefoons hebben we, door het (vrijwillig!) installeren en activeren van een spellingchecker wat minder vrijheid. Zo lijkt het althans. Op onze Shift werkmobiel staat deze spellingchecker zelfs zó op zijn strepen, dat hij weigert om woorden te accepteren die niet door zijn, ook nog Engelse, beugel kunnen. Dat zou zomaar geinige of vervelende misverstanden op kunnen leveren in de communicatie (tot nu toe valt het mee 🙂 ).
Die spellingchecker doet mij denken aan de gewoontegedachten die we vaak hebben. Net als de spellingchecker zijn deze geprogrammeerd. Je kunt er niets aan doen dat ze opkomen. Ze doen vaak hetzelfde:
-De spellingchecker op je telefoon corrigeert hardnekkig en razendsnel elk woord dat hij niet kent. En maakt er iets van wat hij wél in zijn database heeft zitten. Lekker veilig. Zo kunnen er geen fouten gemaakt worden. Spellingfouten zijn de hel voor een goede checker.
-Gewoontegedachten hebben dezelfde functie. Zodra je vanuit het niets een voor jou volkomen heldere, nieuwe, frisse gedachte krijgt (ik neem ontslag! ik kan gewoon op een podium gaan staan! ik hoef helemaal niet naar dat feestje! er zijn in wezen geen regels buiten degene die ik zelf bedenk!) is er een gewoontegedachte vaak als de kippen bij. Hij herkent die nieuwigheid niet en probeert je te corrigeren. ‘Nee, dat kan (ik) niet’ zegt de mijne. Of:’nee, dat is gevaarlijk, doe maar niet’. ‘Levensfouten’ (bestaan die?) zijn de hel voor een strak geprogrammeerde interne spellingchecker.
Waar we de digitale spellingchecker herkennen aan het streepje onder het volgens hem foute woord, herkennen we onze interne spellingchecker aan een schurend of knagend gevoel.
Wij denken er trouwens over om die spellingchecker gewoon van de Shift mobiel af te gooien. Wat kan ons ’t schelen. En die interne? Ach, die herkennen we wel aan het gevoel dat ‘ie met zich meebrengt. Tot ‘ie de moed opgeeft en oplost in de oneindige zee van het denken.