Zo af en toe heb ik geen zin. In niks. Niet in werken, niet in wandelen met de hond en zeker niet in iets dat je als ‘nuttig’ zou kunnen bestempelen.
Mijn innerlijke Slagersdochter is het daar niet mee eens want die vindt dat je altijd door moet gaan. Iets zinvols doen. In beweging zijn.
“Want alleen met actie bereik je resultaat”, heb ik in de loop der jaren als waarheid aangenomen. Lang dacht ik dat die waarheid me ver bracht. Want ik kreeg veel activiteiten af. Was (en ben eigenlijk nog steeds) een kei in implementeren. Dat het me ook een burn-out opleverde (en misschien ook wel de onderliggende oorzaak was van de twee depressies die ik ooit had) liet ik fijn in het midden. Want actie was goed – die waarheid bleef als een paal boven water staan.
Door die gedachte dat actie goed en inactiviteit slecht was, was ik altijd in een innerlijk gevecht omdat er méér moest. Midden in mijn burn-out was ik vooral druk met daarover nadenken. Na een zware operatie idem. Wat de mensen om me heen ook zeiden, hoezeer ze me ook wezen op mijn goede recht om rust te nemen… ik wilde doorgaan.
Dat die ene gedachte over activiteit/inactiviteit de show runde, had ik zelf eigenlijk niet eens in de gaten. Het was als de hangklok die mijn ouders vroeger thuis hadden: elk kwartier een Westminster-toren-deuntje waarvan wij ons meestal niet bewust waren. Het geluid was er maar wij leken het niet te horen. Het hoorde erbij en viel daardoor niet meer op.
Mijn ‘je-moet-altijd-bezig-zijn-gedachte’ was zoals de geluiden van die klok: het klonk tig keer op een dag maar viel mij niet op. Waardoor dit innerlijke Slagersdochters-stemmetje me voortdreef zonder dat ik het in de gaten had. Totaal ongeremd en zonder rekening te houden met wat gezond of fijn voor me was.
Ik weet niet precies hoe en wanneer het veranderde maar ik weet wél precies waardoor het veranderde. Nadat ik kennis maakte met de 3 Principles zoals geformuleerd door Sydney Banks, werd het enerzijds stiller in mijn hoofd (mijn innerlijke overactieve Slagersdochter hield haar mond steeds vaker) en anderzijds viel me steeds meer op wat een slechte biefstuk ik mezelf verkocht. Taai. Moeilijk te verteren. Over datum, ook. Eigenlijk helemaal niet fijn om tot me te nemen.
Het ongemakkelijke gevoel (“het wringen en schuren” zoals collega Slagersdochter Angela dat graag noemt) dat die slechte biefstuk me bezorgde, ging me steeds meer opvallen. En met mijn groeiende inzicht in de 3 principes werd me ook steeds duidelijker dat een ongemakkelijk gevoel altijd slechts één ding betekent: ik geloof nog iets. Er is nog een gedachte die ik niet doorzie.
Alleen dat simpele feit – me bewust zijn van het ongemakkelijke gevoel – maakte dat ik me anders ging gedragen, zonder dat ik het in de gaten had. Waardoor ik soms ineens stop met iets waar ik middenin zit en tv ga kijken. Of in de tuin ga zitten. Iets ‘onnuttigs’ doe, in elk geval.
Het voor mijn volkomen onverwachte bij-effect van niet afmaken waar ik mee bezig ben, gewoon omdat ik geen zin meer heb, is dat ik veel effectiever ben geworden. Want als ik wél zin heb, ga ik als een speer. Er komt meer af in minder tijd. Er lijkt te gebeuren wat effect heeft, in plaats van wat ik heb bedacht dat moet. Going with the flow van wat leuk en lekker voelt in het moment, blijkt een uitstekende businessstrategie. Mijn inner-Slagersdochter is er nog altijd verbaasd over. 😉
PS: Ben je ondernemer en wil je ook meer vanuit flow werken, met meer balans in plaats van zorgen, opgejaagdheid en onrust? Vraag dan een gratis intake aan om vrijblijvend te bespreken hoe wij je hierbij kunnen helpen.