Een veelgehoorde, empathische vraag in therapeutenkamers en op televisie is: ‘wat doet dat met jou?’. Met de beste bedoelingen gaat men met het stellen van deze vraag uit van het misverstand dat er iets in de buitenwereld bij jou naar binnen kan kruipen om een reactie op te roepen. In de vorm van een gevoel. We vertrekken met deze vraag vanuit het standpunt dat een omstandigheid, het verleden, een uitspraak of daad van een ander de oorzaak is van wat ervaren wordt.
Neem de schaatser die nipt zijn kans op de gouden medaille verspeelt. De interviewer spreekt hem na de verloren race en stelt deze vraag. ‘Wat doet dit met jou?’ De schaatser meldt misschien diepe teleurstelling (vinden we begrijpelijk). Of hij haalt stoïcijns de schouders op (vinden we verbazingwekkend). Wellicht zegt hij dat hij zich hoopvol op een volgende Olympische Spelen gaat richten (vinden we bewonderenswaardig). Elk van deze reacties heeft niets te maken met het verliezen van de wedstrijd, maar is uitsluitend een weergave van wat er in dat moment gedacht wordt.
Neem het stel in relatietherapie. Zij komt ’s avonds vaak laat thuis en vergeet haar lief dan te melden dat ze niet mee-eet. ‘Wat doet dat met jou?’ informeert de therapeut bij haar wederhelft en hij herinnert zich welke gevoelens hij zoal heeft ervaren. Die ene keer dat hij zo boos was, de andere keer dat hij zich zo ergerde aan haar nonchalance. De keer dat hij zich alleen maar zorgen maakte en de opluchting vermengd met woede toen ze alsnog ongedeerd thuiskwam. Na enig graven vat hij al die ervaringen samen in de conclusie ‘ik voel me niet belangrijk’. Waarmee er iets gevonden is om aan te werken, naast het werken aan een verandering in haar (en misschien ook zijn) gedrag. En ook hiermee is er, in alle onschuld, het uitgangspunt dat zijn gevoelens geworteld zijn in iets wat realiteit heeft. Haar gedrag en/of zijn eigen overtuiging.
Terwijl alle ervaringen en alle gevoelens van moment tot moment gecreëerd worden door wat je denkt. Bewust of onbewust. ‘Ik had moeten winnen’ of ‘nou ja, volgende keer beter’. ‘Zij moet rekening met mij houden’ of ‘ik voel me niet gezien’. En begrijp me goed; wij pleiten niet voor het compleet gevoelloos door het leven gaan. Integendeel. Voel vooral wat er te voelen valt, maar trap niet in het misverstand dat die gevoelens iets anders zijn dan een tijdelijke ervaring van een al even tijdelijke gedachte. Als je dit ook maar een klein beetje inziet, op een manier die voor jou logisch is, zul je middenin al je gevoelens en ervaringen een vrijheid vinden die je eerder niet kende (toen je die gevoelens nog ergens aan ophing).