Heb je wel eens meegemaakt dat je aan het begin van een treinreis iemand tegenkomt die zomaar tegen je begint te praten? Onhandig, want je had juist bedacht om de tijd te gebruiken om wat te werken. Of om een (studie)boek te lezen of dat nieuwe album van je favoriete artiest te beluisteren.
De man tegenover je vertelt je over zijn leven en waar hij naartoe op weg is. Of de oude dame vertelt je over haar (achter)kleinkinderen en de leuke dingen die ze nog vaak met vriendinnen onderneemt. Met je laptop/boek/koptelefoon op schoot luister je gedwee naar het verhaal. Eventuele vragen beantwoord je. De persoon is vriendelijk en bedoelt het goed, maar je wordt toch een beetje iebelig van zijn of haar geklets.
Je voelt je verplicht om te blijven luisteren en te blijven antwoorden, want beleefd zijn is belangrijk. Zo zijn we tenslotte opgevoed.
Maar is het je ook wel eens opgevallen dat we dit soort beleefdheid ook naar onszelf toe vertonen?
Dag in dag uit luisteren we braaf naar onze eigen gedachten – of we ze nu leuk vinden of niet. We houden vol. Want als we iets denken dan zijn we verplicht om te luisteren… toch? We zitten in een denkbeeldige trein en gaan er van uit dat we verplicht zijn om te blijven luisteren naar het gebabbel in ons hoofd.
Onnodig. Echt waar.
Op ieder moment heb je de volledige vrijheid om daarmee op te houden. Om jezelf af te leiden. Om iets anders te gaan doen.
Er bestaat geen enkele verplichting om aandacht te besteden aan wat er in je hoofd omgaat. Nooit. Het mag wel hoor, als je er blij van wordt omdat je een ontzettend gaaf plan bedenkt of lekker creatief aan het brainstormen bent. Zodra je er geen plezier aan beleeft kan je er echter maar beter niet te lang mee bezig blijven. Dan geef je jezelf ook niet de kans om er van alles bij te halen.
Dus bewaar die beleefdheid maar fijn voor de volgende keer dat je een kletskous tegenkomt in de trein. Of niet, want ook daar heb je een keuze. 😉