Zodra je een glimp opvangt van het oneindige potentieel in ieder mens en zodra je hebt gezien wat één nieuwe gedachte of inzicht kan opleveren (een compleet nieuwe beleving van de wereld), ontstaat vaak de wens om dit met anderen te delen. Met je partner, de buurvrouw, je kinderen en vriendinnen. Best logisch. Na zelf ervaren te hebben hoe bevrijdend het is om (vaker) een ongebonden denker te zijn, kun je niet anders dan wensen dat iedereen die vrijheid voelt.
‘Het zou zó goed voor hem zijn om dit ook te zien’, ‘begreep mijn dochter dit maar’, ‘dit zou die jongen van hiernaast ongelooflijk kunnen helpen’. En dat is ook zo. Iedereen is gebaat bij het begrijpen hoe hij of zij psychologisch functioneert. Elk mens mag weten wat zijn essentie is en hoe deze ongeschonden is en blijft.
Toch is het onmogelijk om iemand bij de haren mee te slepen de innerlijke vrede in. Tegenstribbelend bereikt geen mens de geestelijke rust die hem zo gegund is. Wijzen in een richting waarin de ander (nog) niet heen wenst te kijken is verloren energie. Proberen om iemand balans door de strot te duwen is niet effectief of zelfs maar aardig. Duwen en trekken, hoe goed bedoeld ook, zou misschien zelfs ten koste van het eigen evenwicht kunnen gaan.
Wat rest is vertrouwen hebben in het feit dat iedereen zijn eigen goeroe is en ieders wijsheid, welzijn, rust en heelheid hooguit tijdelijk onzichtbaar is onder een laagje gewoonte-denken. Uitsluitend luisterend ontdek ik daar altijd bewijs van. Goed voor mijn eigen nederigheid ook.
Foto © Rob Tol