Laatst herkende ik, in een gesprek met een groep mensen, wat we doen als we niet weten wie we werkelijk zijn. Wat we doen als we niet zien dat het leven van binnen naar buiten werkt. Ik zag wat we doen als we vergeten zijn dat we een innerlijk kompas hebben dat ons in elk moment de weg wijst naar onze veilige thuishaven (liefde). Wat we doen als we die onkreukbare essentie niet zien.
Ik merkte dat we dan iets in de buitenwereld aanwijzen als bron van onze veiligheid. Dat we iets buiten onszelf aangrijpen om ons veilig te voelen, zonder de illusie hiervan te doorzien.
We wanen ons veilig door cijfers op een bankafschrift. We denken veiligheid te creëren door dingen vast te leggen, nu en voor in de toekomst. Wat ook voorkomt, is dat we onszelf een ‘positief’ verhaal over een situatie vertellen. Of we halen een geruststellend verhaal bij een ander om onszelf te sussen. Dergelijke veiligheid is echter allemaal schijn. Niets is zeker in de wereld van de vorm, al doen we nog zo graag alsof.
De enige ware veiligheid zit in jezelf; in het weten wie je werkelijk bent vóór alle vormen. Wie je bent achter alle gedachten die voorbijkomen. Waar alle gebeurtenissen worden waargenomen: je ware natuur, in het nu levend en zich moeiteloos bewegend.
Mocht ik mezelf in de toekomst betrappen op het vasthouden aan uiterlijke veiligheden, of mezelf een verhaaltje horen vertellen over hoe ik mijn zaakjes in de vorm voor elkaar heb, dan zal ik tegen mezelf zeggen: doe niet zo schijnveilig!
Foto © Rob Tol