Op het strand ligt een steen waarin twee ronde gaten zitten. Mijn oog valt erop en mijn hersenen zien een grappig alien-gezichtje. Ik raap ‘m op en kan niet meer naar de steen kijken zonder het gezichtje waar te nemen. (Nou ja, tenzij ik heel erg mijn best doe om anders te focussen). De steen is gewoon een gezichtje geworden in mijn beleving en ik realiseer me dat we dat met alles doen waar we onze aandacht op richten.
We stellen vast wat het is en zien dan uitsluitend weerspiegeld wat we in ons hoofd ervan gemaakt hebben. Die stoel is mooi, die situatie is ernstig en dat kind is vervelend. Dat is echter slechts één van de miljarden perspectieven die mogelijk zijn op de stoel, de situatie, het kind. Natuurlijk kunnen we ons best doen om het anders te gaan zien en wie weet ontdekken we lelijke aspecten aan de stoel, vrolijke kanten aan de situatie en lieve eigenschappen bij het kind. Dat is mooi, maar houdt nog steeds een mening in. In werkelijkheid is er alleen een steen. Een stoel. Een situatie. Een kind. En zelfs dat is nog maar de vraag; uiteindelijk is er alleen Energie in beweging.
Foto © Rob Tol