‘Gelukkig had hij de helderheid van geest om…’ hoor je wel eens zeggen als iemand in een schijnbaar complexe of acuut bedreigende situatie een handige zet heeft gedaan. Je hoort nooit: ‘Gelukkig had hij zo’n door stress en angst vertroebelde geest dat hij…’ Blijkbaar snappen we (instinctief?) wel dat het een goed idee is om vanuit helderheid en rust te handelen.
Toch blijven we belang hechten aan onze stressvolle en angstige gedachten, blijkens het aantal gevallen van stressgerelateerde aandoeningen en angststoornissen. En dat kan eigenlijk maar één oorzaak hebben. We denken dat die gedachten écht en belangrijk of écht belangrijk zijn. Waarheid bevatten. Ergens toe leiden. Want waarom zou je je er anders mee bezighouden?
Nu zeggen we wel eens dat het moeilijk is om dit soort gedachten los te laten. Ik vraag me dan altijd af of we het ook zo lastig vinden om een gloeiende pook die we in de handen gedrukt krijgen te laten vallen? Je kunt mij niet wijsmaken dat het met gedachten ineens anders werkt. Kijk, zolang je ze niet doorziet en het systeem (je voelt je gedachten) niet begrijpt, heb je een gegrond excuus. Het voelt ook heel levensecht, de stress die door je lijf raast en de angst die door je keel giert. Maar zodra gezien wordt dat je jezelf pijn doet met het vasthouden van die gedachten is het niet langer logisch om daarmee door te gaan.
En ja, angstige en stressvolle gedachten komen nog steeds op. Die gloeiende pook krijg je nog wel eens in je handen gedrukt, en even schreeuwen mag dan best. Maar het systeem (de pijn!) herkennende, ben je volkomen vrij om het piekeren en de pook te laten vallen.