Met de komst van persoonlijke ontwikkeling als vakgebied, is er wat mij betreft een nieuwe ziekte ontstaan. Eentje waar we aan ten prooi vallen terwijl we denken lekker bezig te zijn met groeien, ontwikkelen en een beter mens te worden.
Op zoek naar geluk en een beter leven leggen we onze focus totaal en bijna voortdurend op onszelf:
- “Hoe voel ik me?”
- “Waarom reageer ik hier zo heftig op?”
- “Wat moet ik doen om van dit rothumeur af te komen?”
We doen het omdat we denken er beter van te worden. En een volledige zelfhulp-industrie is het met ons eens. Waardoor we bevestiging vinden in dat het goed is wat we doen. Voortdurend bezig zijn met ons gevoel en onze gedachten.
Ik zie steeds meer dat het onzin is, dat idee dat we er beter van worden als we onszelf onder de loep leggen. Want wat schiet je ermee op om steeds je focus te hebben op elk dingetje dat je voelt?
Navelstaren is het. Niets meer en niets minder. Totaal egocentrisch zijn we bezig met onszelf en hoe wij ons voelen op dit moment. En hoe jij of je werk ervoor zorgt dat je [vul in wat je op dit moment aan jezelf wilt veranderen].
Dat navelstaren houdt je weg bij gewoon leven. En bij je connectie met anderen. Slecht idee. In plaats van te luisteren naar iemand, ben ik bezig met mezelf en hoor ik die ander maar half. Vooral omdat al die aandacht voor hoe het met me gaat ervoor zorgt dat ik vast zit. Waardoor ik in mijn gevoel blijf hangen.
Ik heb gemerkt dat minder interesse in hoe ik me voel mijn leven een stuk leuker maakt. Zonder navelstaren kan hoe ik me voel van moment tot moment veranderen.