Wist je dat er een optimaal niveau van stress bestaat? Dit hebben Salehi, Cordero en Sandi (2010) onderzocht bij ratten door hen te trainen om een taak uit te voeren onder verschillende niveaus van stress. Het bleek dat de ratten die met een gemiddeld niveau van stress getraind waren minder fouten maakten bij het uitvoeren van de taak.

Je kan dus teveel of te weinig stress hebben of juist precies genoeg. Dit geldt ook voor mensen. Studenten blijken bijvoorbeeld het beste te presteren als ze enigszins gespannen zijn. Teveel stress zorgt ervoor dat je niet meer goed kunt nadenken. Te weinig stress zorgt dat je onoplettend en ongemotiveerd wordt (Gazzaniga, Heatherton & Halpern, 2013).

Het lijkt erop alsof er consensus bestaat over dit onderwerp: stress is belangrijk als je dingen voor elkaar wilt krijgen. Spontaan en creatief dingen doen en resultaten behalen omdat het kan is onmogelijk.

Dat klinkt nogal deprimerend als je het mij vraagt. Ik weet niet hoe het voor andere mensen is, maar ik heb stress echt nog nooit als fijn of zinvol ervaren. Gejaagd word ik ervan. En dan gaan dingen toch echt fout. Of ga ik me op z’n minst slecht voelen. Ik heb helemaal geen zin om de hele tijd te proberen op het gepaste stressniveau te komen. Stress op zich is al niet leuk, laat staan als je je dan ook nog bezig moet gaan houden met hoe je precies het goede punt bereikt. Intuïtief voelt het voor mij dus ook alsof er iets niet klopt aan dit denkbeeld.

Gelukkig blijkt dat er ook een andere manier is, namelijk: teruggaan naar je natuurlijke capaciteit om intrinsiek en onvoorwaardelijk gemotiveerd te zijn. Leren zonder stress. Je ding doen en toch iets bereiken. Het kan dus wél.

Die capaciteit heeft iedereen volgens Mills (1991) – het idee van stress als een motivator is slechts een mythe. Hij noemt het zelfs een obstakel dat mensen in de weg staat om een moeiteloze staat van motivatie te bereiken waarin zij productiever zijn. Je kan namelijk ook op een plezierige en stimulerende manier productief zijn. Uit het onderzoek van Mills is gebleken dat deze overtuiging er alleen maar voor zorgt dat men buiten zichzelf blijft zoeken naar een bron van motivatie. Zo blijft het idee bestaan dat het moeilijk is om jezelf vooruit te branden en ook maar iets te bereiken in het leven – zonder stress te ervaren.

In werkelijkheid zorgen het menselijke vermogen om te denken en het menselijke vermogen van bewustzijn er soms alleen voor dat we even geen toegang hebben tot die capaciteit, stelt Mills. We zitten onszelf af en toe in de weg. Maar we kunnen wel gewoon gemotiveerd zijn zonder stress.

Geen toegang tot de capaciteit om zonder stress dingen voor elkaar te krijgen klinkt voor mij meteen heel anders dan überhaupt geen capaciteit hebben tot zoiets. Want dat betekent dat het wel in je zit. En dat je jezelf er alleen even bij weghoudt met je gedachten. Maar met een andere gedachte kan je er zo weer zijn. Dus heb je op ieder moment de mogelijkheid om iets anders te denken en zo iets anders te bereiken. Lekker rustig, vind ik dat. 🙂

 

Referenties

Gazzaniga, M. S., Heatherton, T. D. & Halpern, D. F. (2013). Psychological Science (4e ed.). New York: W. W. Norton & Company.

Mills, R. C. (1991). A new understanding of self: The role of affect, state of mind, self-understanding, and intrinsic motivation. The journal of experimental education, 60, 67-81.

Salehi, B., Cordero, M. I., & Sandi, C. (2010). Learning under stress: the inverted-U-shape function revisited. Learning & memory, 17, 522-530.