Soms voel ik me net een herkauwende koe. Grasspriet na grasspriet die ik rond laat gaan in mijn mond maar dan met bepaalde gedachten die ik klaarblijkelijk heb gebombardeerd tot lievelingsgedachten. En soms voelt het als een centrifuge met veel lawaai en bombarie. Zo’n rondtoerende wastrommel die maar door blijft gaan. Een wasprogramma waar geen einde aan lijkt te komen. Die gedachten die in mijn hoofd rondgaan zijn nooit zinnen als: “Wat zie ik er toch goed uit vandaag. Oh, wat ben ik mooi. Wat zit mijn haar goed! Wat zie ik er toch goed uit vandaag. Oh, wat ben ik mooi. Wat zit mijn haar goed! Wat zie ik er toch goed uit vandaag. Oh, wat ben ik mooi. Wat zit mijn haar goed!” Nee, het zijn herhalingen die ik het label ‘negatief’ opplak. Ik heb er de afgelopen week een aantal die naast elkaar draaien. Het lijkt op een wei vol koeien. Of op zo’n openbare wasserette met allemaal draaiende wasmachines: “Ik had natuurlijk nooit mijn hond onder narcose moeten laten gaan, dan leefde hij vast nog. Het is mijn eigen schuld, wat iedereen ook verder zegt. Dat is niet waar, het is mijn schuld.” (x1000). “Wat ben ik toch moe, bah. Zal het aan mijn schildklierpillen liggen of aan iets anders? Zal ik mijn bloed laten prikken? Of stel ik me aan?” (x1000). Twee zaken vind ik interessant hieraan: ten eerste dat mijn lievelingsgedachten dus nooit van die heerlijke positieve dingen zijn. En ten tweede dat ik gedachten een label ‘positief’ of ‘negatief’ opplak. Allemaal in feite volkomen oninteressant, want ja, als mens heb ik nou eenmaal gedachten. Klaarblijkelijk zijn sommige gedachten lievelingsgedachten die ik eindeloos herhaal. En elke gedachte is als een wolk in de lucht. Zonder label. Mag ik allemaal aan me voorbij laten trekken.

Share This