De mens kan denken en dat is fijn. Het stelt ons in staat om de wereld waar te nemen, gebeurtenissen in de tijd te ervaren, berekeningen te maken en zinnen te formuleren. Helaas misbruiken we deze gave vaak. We gaan ons dingen afvragen over onszelf. We gaan ons leven analyseren in plaats van gewoon te ervaren wat er is; in plaats van moeiteloos en op een natuurlijke manier te handelen.

We vragen ons af of we wel goed genoeg zijn als ouder, als werknemer, als partner, als vriend of vriendin, als voorbeeld, als volgeling, als kostwinner, als student, als kind, als zus of broer. We vragen ons ook af of we wel voldoende of juist te veel bezitten, weggeven, verdienen, doen, ondernemen, (terug)krijgen, meemaken, reizen, werken, uitrusten, aandacht schenken of ontvangen. We vragen ons af hoe het moet in de toekomst en hoe die zal zijn. Hoe het was in het verleden en wat we daar nu van vinden. Wat we nu dienen te doen. Wat we nog moeten verwerken of oplossen of doorzien of loslaten. Wat of wie we willen veranderen.

En zo gaan we het leven zien als een probleem om op te lossen in plaats van een altijd perfecte en voortdurend veranderende ervaring van het eeuwige nu.