Laatst ontdekte ik in gesprek met een bezorgde ouder iets interessants. We zeggen: “ik maak me zorgen over mijn kind.” En vervolgens gaan we beschrijven wat het kind doet of laat dat ons zulke zorgen baart. We gaan bedenken hoe het kind zou moeten veranderen of wat het anders zou moeten doen. We zoeken naar oplossingen die goed zouden zijn voor het kind. We schakelen misschien deskundige hulp in of we kijken/informeren hoe anderen in dergelijke situaties hebben gehandeld. Dat is ‘normaal‘. Zo hebben we dat geleerd. We doen het ook allemaal uit naam van liefde.
Maar eigenlijk moeten we even een stapje terug, naar de eerste constatering ‘ik maak me zorgen over mijn kind’. Dat heeft namelijk niets met je kind te maken, maar uitsluitend en alleen met jou. Het zijn jouw zorgen. En je zorgen maken komt niet voort uit liefde, maar uit angstige gedachten. Jouw hoogstpersoonlijke gedachten over hoe het zou moeten met en voor je kind en hoe het nu dus ‘verkeerd’ gaat. Jouw hoogstpersoonlijke gedachten over het leven van je kind.
Suggereer ik hier dat je moet stoppen met je zorgen maken en niets doen? Ja en nee. Ik stel voor dat je dit mechanisme doorziet en daardoor helder wordt. En vervolgens zul je vanzelf, op een natuurlijke manier, handelen. Vanuit liefde. En daarmee verandert alles.